Als ik mij aankondig als consultant van adviesbureau ‘Diederik van Rossum & nog wat’ dan komt een potentiële opdrachtgever meestal snel ter zake. “Dank voor uw komst”, is de openingszin en vervolgens hoor ik wat er aan de hand is, eindigend met de vraag of ik van dienst kan zijn bij gerezen ongemakken. Zo niet als ik kom als consultant van de Psychosynthese adviesgroep. Dan begint het contact meestal als volgt: “Gaat u zitten”, zegt de opdrachtgever en nadat ik gevolg heb gegeven aan die uitnodiging kijkt deze me peinzend en wat gespannen aan. “Psychosynthese, wat is dat eigenlijk?”, is de openingszin en nadat ik mijn eerste twee zinnen heb uitgesproken, gaat het gesprek vervolgens over allesbehalve waarom ik voor een gesprek werd uitgenodigd. Na verloop van tijd onderbreekt de opdrachtgever zichzelf plotseling en zegt: “Waarom vertel ik dit eigenlijk allemaal?”, en kijkt mij opnieuw peinzend aan.
Ik herinner mij een vroegere collega bij de Psychosynthese adviesgroep die mij weleens heeft gesmeekt of we alsjeblieft de naam voor onze samenwerking konden veranderen. Hij werd er zo onrustig van om elke keer te moeten vertellen wat psychosynthese is en dan ook nog eens te moeten luisteren naar zaken waarvoor hij helemaal niet was uitgenodigd. En dat niet alleen, tot overmaat van ramp raakte hij zelf voortdurend in de war tijdens het vertellen over wat psychosynthese is. “En dat komt weinig professioneel over”, zo verzekerde hij mij. “Jammer eigenlijk”, dacht ik stilletjes. Psychosynthese is toch een interessant woord en ik vind het altijd weer boeiend om over dit woord met een opdrachtgever te praten. Daarbij komt nog eens dat psychosynthese een dermate alomvattende en preventieve benadering van de werkelijkheid is dat ik het mezelf nooit kwalijk neem als ik zelf in de war raak tijdens het praten. Als de opdrachtgever tijdens het luisteren ineens met van die glazige ogen naar mij begint te staren dan vraag ik: “Waar merkt u dat uw aandacht vooral naar uitgaat in mijn verhaal?” Zonder dat de opdrachtgever zich daar vaak van bewust is, geeft deze in het antwoord op mijn vraag altijd een aanwijzing naar de ingang voor de ongemakken waarvoor hij of zij met een buitenstaander in gesprek wil. Een zeer onverwachte ingang, dat wel.
“Zo heb ik er nog niet naar gekeken” is niet zelden de reactie als ik de ‘psychosynthese-blik’ even kort op de geboden ingang heb gericht. Natuurlijk heeft hij of zij daar nooit zo naar gekeken. De meeste raadgevers, van welke discipline dan ook, beperken hun aandacht tot de door de financier en/of overheid erkende ongemakken en richten hun aandacht meestal niet op de makers of dragers van deze ongemakken. Een beetje wijze raadgever luistert nog wel naar de verhalen die mensen vertellen, maar weer niet naar de verteller zelf. Wie heeft nog gevoel voor de destructieve en creatieve krachten in de menselijke psyche en begrijpt daarbij ook nog eens de tegengesteldheid van die krachten? Sommige wetenschappers van het materialistisch gemiddelde zeggen liever dat gedrag wordt veroorzaakt in het menselijk brein. Dat zijn vaak dezelfde mensen die vanaf het strand vooral de golven zien en geen oog hebben voor de diepte daaronder. “Wat ‘diepte’?”, zeggen ze dan. “Maak dat eens concreet.” Een kwieke psychosyntheticus zou dan kunnen zeggen: “Ga maar tot je knieën in de zee staan en maak dan eens concreet hoe het kan dat je tegelijkertijd water naar je toe én van je af voelt stromen en daarbij ook nog eens een keer duizelig en verward raakt. Doet je brein dat, de golven, de wind of zit er ergens midden in de oceaan een grote walvis in- en uit te ademen?”
De Zwitserse psychiater Carl Jung zei hierover in een filmportret: “Er is maar één groot gevaar in de wereld en dat is de menselijke psyche en daar weten we niets van”. Ik waag daaraan toe te voegen dat we daarvan zelfs niets wíllen weten. We dragen de mogelijkheid van individuele bewustwording en van preventie liever ten grave op de slagvelden van de collectieve geschiedenis. De als natuurwetenschappen vermomde godsdiensten van de huidige tijd hebben, zoals veel kerken dat vroeger ook graag deden, de subjectiviteit van de individuele psyche verdreven uit de materiële buitenwereld en onthouden zo de binnenwereld haar autonomie en verscheidenheid. De oorlogen die hiervan het gevolg zijn staan beschreven in de geschiedenisboeken.
Natuurlijk kan er in en tussen mensen verwarring ontstaan als gevolg van erotiek en overgave of als gevolg van macht en controle en bovenal als mengvorm van beiden. Maar kunnen we nu niet eens stoppen met geweld en intimidatie als middel om controle over die verwarring te krijgen? Kunnen we niet eens stoppen met het buitensluiten of uitschakelen van de tegenpartij als middel om controle te krijgen over die verwarring? Kunnen we niet eens stoppen met rationaliseren als manier om de wereld en onszelf te ontzielen. Kunnen we ook niet eens ophouden om alle stemmen en gevoelens die we niet kunnen beheersen of controleren of waarmee we geen verstandelijke aansluiting hebben, als wezensvreemd en negatief te zien?
Dat allemaal eens niet doen, gewoon even inhouden en niets doen, wellicht zelfs niet eens praten maar de discipline van wachten en dragen beoefenen. Kunnen we dat niet eens uitproberen als de verwarring toeslaat? Ik heb in Engeland ooit eens een Masterclass gevolgd bij de dieptepsycholoog James Hillman. Hij zei mij, zo tussen neus en lippen door, dat de verwarring die kan ontstaan over waarom de opdrachtgever en de consultant bijeen zijn, is waarom ze bijeen zijn. In dat bijeen zijn doe je wat je met je beroepsgroep bent overeengekomen en werk je met wat je ziet en ook alleen jij kunt zien. Dat werken bestaat, zo zeg ik 30 jaar later, voor een belangrijk deel uit wachten op het juiste moment.
Roberto Assagioli schrijft hierover in zijn boek Psychosynthese: “In tijden van verwarring is het goed om, zoals dat ook in het gewone leven het geval is, beleefd op een antwoord te wachten. Soms komt dat antwoord onmiddellijk en spontaan, met gezag en ontdaan van alle twijfel en soms wordt het antwoord vertraagd en komt het op een onverwacht moment, omdat gespannen verwachting een obstakel kan vormen voor ontvankelijkheid.” Overigens hoef je op dat boek zelf niet te wachten. Ook niet als je het geld niet hebt om dit boek te kopen. Je kunt het nu gratis downloaden van de site van het Instituut voor Psychosynthese in Hilversum. In dit boek staan echter zoveel antwoorden op die ene vraag dat de kans op verwarring niet is uitgesloten.
Gelukkig weet je nu dat verwarring de vermomming is waarmee ‘Psyche’ de wereld de kunst leert van het wachten en dat psychosynthese daarvan een kwestie maakt.
Er is geen ID opgegeven.
Neem dan vooral contact met ons op!