In een interview werd ooit aan Carl Jung gevraagd of hij in God geloofde. Jung glimlachte en zei: “Ik hoef niet te geloven, ik weet!” Een journalist zei eens tegen Johan Cruijff, dat hij niet begreep wat deze zei. Cruijff antwoordde: “Als ik zou willen dat je het begreep dan had ik het je wel uitgelegd.” In beide gesprekken viel plotseling een korte en hevige stilte.
Onze tijd kenmerkt zich door een onwankelbaar geloof in de heilzame effecten van de evolutie van de techniek, van het beeldscherm als ultiem communicatiemiddel en van de ‘evidence based’ verkregen kennis als grondslag voor de toekomst. Onder de berekenende aanvoering van onze Haagse bewindvoerders, worden we ook nog eens aangemoedigd om te geloven in het belang van betaald werk voor iedereen. Voor de dwangmatige heilig verklaring van de moderne geloofsleer betalen we echter een prijs.
Het geloof in het belang van materieel welzijn en persoonlijk geluk heeft de gemiddelde bewoner van ons land veel gebracht, zo blijkt uit de statistieken. Binnen de Europese Unie staat Nederland op de tweede plaats in de lijst van welvarendste landen. De blinde eenzijdigheid bij de predikers en volgelingen van dit geloof heeft niettemin een aantal bijverschijnselen. De belangrijkste hiervan zijn armoede, sociale isolatie en bovenal het verlies van zelfrespect.
In 1995 stond Nederland nog op de zevende plaats van welvarendste landen. Tussen 1995 en 2011 groeide het binnenlands product bovengemiddeld, terwijl het prijsniveau relatief minder hard steeg. Intussen leven in Nederland, te midden van deze rijkdom, 2,5 miljoen mensen onder de armoedegrens, waarvan 604.000 kinderen. De geschiedenis leert ons dat de mens die honger heeft, sociaal geïsoleerd raakt en zijn zelfrespect verliest, gevaarlijk wordt voor zichzelf en voor de ander. De kinderen die via studie aan deze armoede denken te ontsnappen, worden opgezadeld met torenhoge studieschulden. Zij zullen uit pure noodzaak wel binnen het geloof van materieel welzijn blijven en betaald werk gaan verrichten na hun studie. De kinderen die niet aan armoede en isolement kunnen ontsnappen vormen een tijdbom onder onze welvarendheid.
We zijn de afgelopen jaren druk geweest met het verdelen van de ‘poet’ waarvoor onze voorgangers hebben gewerkt en gestreden. Wat zich aan het zicht heeft onttrokken, is de kracht van het diepe verlangen in elk mens om te strijden voor een zinvol en waardig bestaan dat meer is dan welzijn en geluk. We polderen ons helemaal suf om ons collectieve geld te verdelen en beseffen niet dat aan elke gewonnen prijs een strijd voorafgaat.
Waar zijn de strijders die staan en spreken voor waar ze in geloven, zonder vervuld van woede in een oorlog te belanden die het gevolg is van de behoefte om dit geloof aan een ander op te leggen? Waar zijn de strijders die ergens voor staan en voor spreken, zonder miskend en wel in een depressie te belanden die het gevolg is van de behoefte om begrepen te worden? Wat wist Jung waardoor de noodzaak om te geloven verdween en wat ziet Cruijff op de momenten dat hij niet uitlegt wat hij zegt?
Wie het weet, mag het zeggen.
Neem dan vooral contact met ons op!