We leven in de donkerste maand van het jaar en we steken wat lichtjes aan deze dagen: de kaarsen, binnen- en buitenverlichting zijn niet aan te slepen. We verdonkeremanen de duisternis door een manische zucht naar verlichting met zijn hoogtepunt rondom de kerstdagen.
Eerder deze decembermaand werd Zwarte Piet, ons nationale symbool van het donkere ‘zwart’, waar elk leven begint, pootje gelicht door enkele masculiene kwelgeesten van voorbijgaande aard. Donker is fout en licht is goed. Alles moet voortdurend zichtbaar zijn en blijven. Transparantie is de nieuwe godheid geworden. De geboden, verboden en procedures waarmee deze godheid zijn geloof opdringt, zijn te lezen in een steeds groeiend aantal meters wetboeken.
Vergeleken met de hoeveelheid wetboeken is de Bijbel maar een mager pamfletje. Het zou mij niet verbazen als binnenkort de wereld zo doordraait dat op aandringen van enkele regionale mediasterren en wat verdonkeremanende politici, zal worden bepaald dat de Bijbel niet meer mag worden verkocht met een zwarte kaft. Dit vanwege het discriminatoire karakter van deze kleur. Er zal dan worden gezegd dat je de Bijbel ook kan lezen als de kaft een andere
kleur heeft.
De letterlijke betekenis van het woord discriminatie luidt overigens “het maken van onderscheid”. We maken onderscheid om iets of iemand te leren kennen, niet om af te wijzen wat je niet kent of om wat je niet kent aan jou gelijk te maken. Maar in een wereld die elke dag sneller doordraait, is uitsluitend tijd voor tegenstellingen, niet voor het maken van onderscheid.
Het zal in je leven vast wel eens licht zijn op plaatsen waar het daarvoor donker was. Het zal ook wel eens donker zijn op plaatsen waar het daarvoor licht was. Zo leren we om onderscheid te maken tussen wat we zien en wat we niet zien en bovenal leren we zo de waarde kennen van zowel het licht als het donker.
Mocht je de komende dagen in een aanval van nederigheid beseffen dat donker en licht openbaringen zijn van één licht, dan kun je stoppen met discrimineren of je gediscrimineerd te voelen. Wellicht durf je dan ook weer te geloven in die vertrouwde stem in het donker die zegt: “Wees maar gerust mijn kind, ik ben een goede vrind. Want al ben ik zwart als roet, ik meen het wel goed”. Vanaf januari mogen allerlei donkere vreemdelingen uit Roemenië en Bulgarije naar ons toe komen om te werken en te leven. Heet ze welkom, leer ze kennen en deel je ‘brood’ en je ‘wijn’ met hen. Als we dat in ons kleine landje gewoon gaan doen met elkaar, horen we vast ergens uit het gitzwarte donker een zucht van verlichting.
Namasté.
Neem dan vooral contact met ons op!