Als je ‘van je geloof valt’, stond je dan daarvoor op je geloof? Volgens mij kun je dat niet zo zeggen. Je kunt wel zeggen dat iemand ‘op zijn strepen staat’, maar weer niet dat hij van zijn strepen valt. Want van strepen val je niet. Strepen krijg je en kunnen je worden afgenomen. De laatste tijd vraag ik me wel eens af of geloof ook iets is dat je krijgt en dat je kan worden afgenomen. Ik weet het niet hoor. Ik zie mezelf niet zo gauw op Facebook zetten dat er iemand met mijn geloof vandoor is gegaan en dat ik hoop dat de politie op zoek gaat naar de dader om dit geloof weer terug te kunnen geven aan de rechtmatige eigenaar.
Eigenlijk is het helemaal niet zo duidelijk wat ‘geloof’ is. Daarbij zijn er ook nog eens meerdere soorten ‘geloof’. Deze verscheidenheid aan geloofssoorten maakt de kans op duidelijkheid niet echt groter, op verwarring daarentegen wel. ‘Twee geloven op een kussen, daar ligt de duivel tussen’, is een uitspraak waardoor de kans op strijd en ‘buitensluiting’ in die verwarring toeneemt en de kans op toenadering en begrip voor de verschillen afneemt. Misschien is geloof niet ‘iets’ dat kan worden gedefinieerd of begrepen en had ik daar ook helemaal geen kwestie van moeten maken. Toch hangt de evolutie van de mens en de mensheid van ‘geloven’ aan elkaar. Of we ons daar nu bewust van zijn of niet, we geloven voortdurend. Bijna alles wat we doen of laten is gebaseerd op geloof. Elk wetenschappelijk experiment begint met een geloof vermomd als hypothese. Elke inspanning begint met een geloof vermomd als een te bereiken doelstelling en elke ontspanning trouwens ook. Waar en wie zouden we zijn zonder geloof?
‘Een mens wordt geschapen naar zijn geloof, hij is zoals hij gelooft’, schreef de Oostenrijkse filosoof Martin Buber. Zo bezien zou geloven wel eens noodzakelijk kunnen zijn voor onze individuele en collectieve bestaansgrond. Wát we geloven kan korter of langer duren, maar als de mens niét meer gelooft, dan verliest het bestaan zijn grond en de mens zijn of haar besef van wie hij is en wordt een potentieel gevaar voor zichzelf en de ander. Het is dus van levensbelang dat elk mens gelooft dat er een plaats is waar hij welkom en nodig is. Niet alleen om wat hij of zij voortbrengt of bijdraagt maar ook om zijn of haar aanwezigheid zelf.
De Westerse wereld is ten prooi gevallen aan een blind geloof; een blind geloof in werk, geld, marktwerking en andere materiele scheppingsproducten van de mens. Landelijke overheden zitten gevangen achter de tralies van deze collectieve dwangneurose. Aan de andere kant van deze tralies verdwijnt voor steeds meer burgers de grond onder hun bestaan. Dit gaat gepaard met verlies van huis en haard, van zelfrespect en bovenal van geloof in een toekomst waar plaats voor hen is. Wat geloof dan ook maar moge zijn, als een mens niets meer heeft om in te geloven, geef die mens dan geen geld, opleiding of werk, maar geef die mens geloof in zichzelf, hoop op een toekomst en het besef geliefd te zijn.
Neem dan vooral contact met ons op!